Prinsjesdag 2019: Wat betekent dit voor de ZZP en MKB ondernemer?
Stapsgewijs minder zelfstandigenaftrek
Een van de maatregelen die op Prinsjesdag is bekendgemaakt is dat de zelfstandigenaftrek
(nu maximaal € 7.280) in 8 stappen van € 250 per jaar en 1 stap van € 280 wordt verlaagd, zodat deze aftrek uiteindelijk € 5.000 bedraagt in 2028.
In 2020 bedraagt de zelfstandigenaftrek dus maximaal € 7.030. Je komt in beginsel voor deze aftrek in aanmerking als je:
- jonger bent dan de AOW-gerechtigde leeftijd én
- tenminste 1.225 uren én
- 50% van jouw totale arbeidstijd aan werkzaamheden voor jouw onderneming besteedt.
Heb jij aan het begin van het kalenderjaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en voldoe je aan het urencriterium, dan heb je recht op 50% van de
aftrek.
Tip
Om in aanmerking te komen voor de zelfstandigenaftrek moet je aannemelijk kunnen maken dat je aan het urencriterium hebt voldaan. Zorg dus dat je een urenspecificatie van je werkzaamheden voor jouw onderneming bijhoudt.
Verhoging MRB voor bestelauto’s
Gebruik je bestelauto’s in jouw bedrijf, dan geldt daarvoor een verlaagd tarief voor de motor-rijtuigenbelasting. Dit tarief wordt tussen 2021 tot en met 2024 verhoogd met gemiddeld € 24 op jaarbasis. In 2025 wordt het tarief weer verlaagd met gemiddeld € 24 op jaarbasis.
Minder en later verlaging Vpb-tarieven
De tarieven van de vennootschapsbelasting (Vpb) gaan minder snel en later omlaag dan vorig jaar bij de Belastingplannen was besloten. Het 20%-tarief voor belastbare winst tot € 200.000 gaat volgend jaar wel naar 16,5% (en in 2021 naar 15%), maar het 25%-tarief voor belastbare winst boven € 200.000 gaat niet volgend jaar maar pas in 2021 omlaag. Bovendien gaat dit tarief dan niet naar 20,5% maar naar 21,7%. Desondanks blijft het interessant om winst uit te stellen. Dat kan bijvoorbeeld door het vormen van een voorziening groot onderhoud of een garantievoorziening.
Geen belastingrente meer bij tijdige en juiste Vpb-aangifte
Vanaf 1 januari 2020 betaalt jouw bv geen belastingrente meer als je de Vpb-aangifte indient voor de eerste dag van de zesde maand na het tijdvak waarover de vennootschapsbelasting wordt geheven en de ingediende aangifte juist is.
In meeste gevallen loopt het kalenderjaar gelijk aan het boekjaar. De uiterste indieningsdatum is in dit verband dan dus 1 juni na het jaar waarover jouw bv vennootschapsbelasting moet betalen.
Verhoging bijtelling elektrische auto’s vanaf 2020
De bijtelling voor het privégebruik van een nieuwe elektrische auto van de zaak wordt in 2020 verhoogd van 4% naar 8%. Deze bijtelling wordt volgend jaar berekend over de eerste € 45.000 van de catalogusprijs van de auto. Is de catalogusprijs hoger dan geldt voor het meerdere een bijtellingspercentage van 22%. Nu is dat nog 4% bijtelling over de eerste € 50.000 en 22% over het meerdere. Er geldt wel een overgangsregeling, waardoor je vanaf de eerste tenaamstelling nog 60 maanden de bestaande bijtelling mag hanteren.
Na 2020
Het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s wordt in 2021 verder verhoogd tot 12%. In 2022 tot met 2024 bedraagt de bijtelling 16% en in 2025 17%. De catalogusprijs van een nieuwe elektrische auto waarop deze percentages moeten worden toegepast, is in de periode 2021 tot met 2025 vastgesteld op € 40.000. Is de catalogusprijs hoger dan geldt voor het meerdere weer een bijtellings-percentage van 22%. Met ingang van 2026 bedraagt de bijtelling van de elektrische auto 22% over de hele catalogusprijs, gelijk aan die van gewone auto’s.
Werkkostenregeling
Meer vrije ruimte
De vrije ruimte wordt volgend jaar verruimd. Je berekent de vrije ruimte dan als volgt: 1,7% van de loonsom tot € 400.000 plus 1,2% van de resterende loonsom. Bij € 400.000 loonsom kun je nu € 4.800 onbelast vergoeden of verstrekken. Na de verruiming kun je over dit bedrag € 6.800 belastingvrij vergoeden of verstrekken. De vrije ruimte wordt dus maximaal € 2.000 ruimer.
Andere wijzigingen in de werkkostenregeling
Daarnaast komt er een gerichte vrijstelling voor vergoedingen voor de kosten van Verklaringen Omtrent Gedrag (VOG). Maar er is meer: Je krijgt meer tijd om vast te stellen óf je boven de vrije ruimte uitkomt. Als je eindheffing moet betalen moet dit nu nog uiterlijk plaatsvinden bij de aangifte over het eerste loontijdvak. Vanaf 2020 mag dat ook bij de loonaangifte over het tweede loontijdvak.
Sneller naar twee tariefschijven
De tariefschijven in de loon- en inkomstenbelasting worden al in 2020 teruggebracht naar twee schijven: een schijf van 37,35% en een schijf van 49,5%. Vorig jaar was besloten dat het twee-schijvensysteem pas in 2021 zou ingaan, maar daarvan komt het kabinet nu terug. De tweede schijf begint bij een inkomen vanaf € 68.507.
Dit beginpunt van de tweede schijf wijzigt niet tot en met 2021. Het kabinet houdt wel vast aan de vorig jaar aangenomen afbouw van aftrekposten in hoogste belastingschijf. Valt jouw inkomen in de hoogste belastingschijf? In dat geval zijn eventuele aftrekposten, zoals hypotheekrente, nog tegen een tarief van 46% (in plaats van 49%) aftrekbaar. Vanaf 2023 bedraagt de aftrek maximaal 37,05%.